SectorplanPlus is bedoeld voor arbeidsorganisaties die voldoen aan de volgende definitie: Arbeidsorganisaties die actief zijn in de sector Zorg- en Welzijn waarvan de activiteiten geheel of gedeeltelijk direct bekostigd worden uit hoofde van de Wet langdurige zorg (Wlz), de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Jeugdwet, of de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en (vanaf tijdvak 2) de Wet Publieke Gezondheidszorg (WPG).
Arbeidsorganisaties die niet aan deze definitie voldoen, komen niet in aanmerking.
De arbeidsorganisatie of zorginstelling hoeft niet aangesloten te zijn bij een regionale werkgeversorganisatie. Het SectorplanPlus is toegankelijk voor zowel leden als niet-leden van regionale werkgeversorganisaties van de bij RegioPlus aangesloten organisatie.
Vanaf 01-03-2020 kan je gebruik maken van activiteit X. De looptijd van de aanvullende maatregel voor de extra scholing van mensen in het kader van Corona is vastgesteld op 31 maart 2021. Tot die tijd kan gebruik worden gemaakt van maatregel X (voor nieuwe instroom) en C, D en E voor de bijscholing van zittende medewerkers. Ook ZZP’ers, uitzendkrachten en vrijwilligers die extra worden of zijn ingezet, komen in aanmerking voor een vaste vergoeding onder activiteit X.
Voor de activiteiten A en B geldt dat sprake is van subsidie op basis van daadwerkelijk gerealiseerde opleidingen (prestatie-eenheden). Bij de activiteiten A en B geldt dat de opleiding moet voorkomen op de lijst met opleidingen uit bijlage 1 uit het handboek. De omvang van het dienstverband van de deelnemer moet minimaal 24 uur zijn in de tijdvakken 1 en 2. In de tijdvakken 3 en 4 mogen ook dienstverbanden van minder dan 24 uur opgevoerd worden in activiteit A en B.
Voor de activiteiten C, D en E is sprake van subsidie op basis van daadwerkelijk gemaakt kosten. De volgende kosten zijn hierbij subsidiabel: externe kosten van de opleider/trainer (factuur + betalingsbewijs uploaden), verletkosten van de interne docent en verletkosten van de deelnemers (presentielijsten uploaden).
Het subsidiepercentage bedraagt 50% van de subsidiabele kosten voor grote ondernemingen, 60% voor middelgrote ondernemingen en 70% voor kleine ondernemingen.
In tijdvak 4 kunnen zorginstellingen kiezen voor een ‘kleine aanvraag’ met beperkte verantwoording. Hiervoor kan je kiezen als je een beperkt aantal opleidingsactiviteiten uitvoert onder A en B of externe opleidingen onder C, D en E.
Het bedrag voor een kleine aanvraag is tot €15000,-. Als het begrote subsidiebedrag iets hoger zou zijn dan €15000,- dan is het wellicht interessant om hiervoor te kiezen omdat de verantwoording eenvoudiger is. Binnen de kleine aanvragen zijn opleidingen onder A en B en externe opleidingen binnen activiteit C, D en E subsidiabel. Interne opleidingen zijn bij een kleine aanvraag niet subsidiabel.
De beperkte verantwoording bestaat uit twee verantwoordingsdocumenten per traject:
Tijdvak |
Periode |
Start activiteiten |
1 |
24 augustus 2017 - 30 april 2020 |
augustus 2017 t/m april 2018 |
2 |
1 mei 2018 - 31 december 2020 |
mei 2018 t/m december 2018 |
3 |
1 januari 2019 - 31 december 2021 |
januari 2019 t/m dec 2019 |
4 |
1 januari 2020 – 23 augustus 2022 |
januari 2020 t/m augustus 2022 |
Tijdvak 4 is verlengd tot 23-08-2022.
Alleen medewerkers van de zorg- en welzijnsorganisaties die passen binnen één van de hieronder genoemde doelgroepen komen in aanmerking voor de subsidie:
Voor tijdvak 1 t/m 3 geldt: werknemers die bij aanvang van de opleidingsactiviteit maximaal een jaar in dienst zijn bij de arbeidsorganisatie. Deze doelgroep kan aan alle activiteiten deelnemen, A t/m E.
Voor tijdvak 4 heeft het ministerie van VWS besloten om de definitie voor nieuwe instroom te herzien: werknemers binnen deze doelgroep mogen tot maximaal 2 jaar in dienst zijn om eventueel door Corona uitgestelde trainingen en opleidingen toch via SectorplanPlus gesubsidieerd te krijgen.
Definitie van ‘opscholing’: binnen de organisatie creëren van ruimte voor nieuwe instroom via beroepskwalificerende scholing (crebo en croho opleidingen).
Deze doelgroep kan alleen deelnemen aan activiteit A, B en C1 (altijd alleen via beroepskwalificerende scholing). Niet beroepskwalificerende scholing, zoals opleiding of training via activiteit C2 kan niet worden gevolgd door een deelnemer onder de doelgroep opscholing.
Definitie van ‘praktijk- en werkbegeleiders’: het toerusten van (nieuwe) werkbegeleiders en praktijkbegeleiders zodat zij de instroom van nieuwe medewerkers kunnen begeleiden volgens nieuwe standaarden en in aansluiting bij actuele en toekomstige onderwijsmethodieken.
Hieronder valt:
Deze doelgroep kan aan alle activiteiten deelnemen, A t/m E.
Definitie van ‘met ontslag bedreigde werknemers’: een situatie waarin voor de werknemer en werkgever concreet zicht is op het niet vrijwillig beëindigen van het lopende dienstverband, anders dan door pensionering.
Deze doelgroep kan aan alle activiteiten deelnemen, A t/m E. Dit geldt voor tijdvak 1 t/m 3. Indien er deelnemers worden opgevoerd onder ‘met ontslag bedreigde werknemers’ dan dient er een verklaring ‘met ontslag bedreigde werknemers’ ingevuld te worden. Deze verklaring moet getekend worden door de Ondernemingsraad (OR). Als deze er niet is, dan door de medezeggenschapsraad (MR). Mocht deze er ook niet zijn, dan mag de personeelsvertegenwoordiging (PvT) van de organisatie tekenen. Als er geen formele PvT is, dan mag een bestuurder de aanvraag voor SectorplanPlus mede ondertekenen (zie statuten van eigen organisatie voor tekenbevoegheid).
Met ingang van tijdvak 4 is het binnen SectorplanPlus mogelijk om subsidie aan te vragen voor scholing die direct of indirect bijdraagt aan het behoud van medewerkers. Een brede en open formulering waarin arbeidsorganisaties veel ruimte krijgen om dit zelf in te vullen.
Uitgangspunt is: als je organisatie extra inzet op behoud (wat meer is dan opleidingen en ook gaat over organisatieverandering en beleid), dan mag je 50% van je begroting besteden aan opleidingen voor C, D en E voor zittende medewerkers. Voorwaarde is wel dat je als arbeidsorganisatie bereid bent op een zeker moment verantwoording af te leggen (bijvoorbeeld door te presenteren op een bijeenkomst) welke extra inspanning op behoud er is gepleegd en wat dat heeft opgeleverd aan resultaten en leerpunten.
Het SectorplanPlus kent 5 activiteiten waarbinnen trajecten voor de deelnemers (opleidingen en trainingen) worden uitgevoerd. Dit zijn de activiteiten:
Deze opleidingen komen voor op de opleidingenlijst. Opleidingen die niet voorkomen op de opleidingenlijst of in de portal onder één bepaald traject, kunnen aan de hand van het aantal opleidingsuren worden opgevoerd onder één van de onderstaande activiteiten:
De opleidingenlijst in de portal moet geüpdatet worden. In de tussentijd kan je registraties opvoeren waarbij het alleen een wijziging van het crebonummer betreft.
Mocht het alleen gaan om een wijziging van het crebonummer, maar de naam van de opleiding staat wel in de opleidingenlijst in het handboek, dan mag deze worden opgevoerd onder het oude crebonummer. Bijvoorbeeld: Verzorgende IG niveau 3 met nieuwe crebocode 25656 kan onder voorbehoud alvast opgevoerd worden onder Verzorgende IG niveau 3 met crebonummer 25491.
Let op: de opleiding is alleen subsidiabel als deze in de toekomst op de aangepaste opleidingenlijst staat welke door het ministerie van VWS wordt geaccordeerd. Wij zullen dan later de crebocode aanpassen bij de beoordeling van de registratie.
Opleidingen die niet op de lijst voorkomen zijn (nog) niet subsidiabel. Het kan zo zijn dat er later nog nieuwe opleidingen worden toegevoegd aan de lijst. De meest actuele lijst is beschikbaar in de portal.
E-learnings zijn subsidiabel als deze klassikaal worden verzorgd en er een presentielijst is bijgehouden. Is er geen presentielijst bijgehouden dan zijn de verletkosten niet subsidiabel. De externe kosten kunnen wel opgevoerd worden.
Op de homepagina van de website van SectorplanPlus kan je de verschillende deadlines vinden. Onder het kopje ‘Belangrijke data en deadline’ staat een compleet overzicht.
Bij activiteiten A en B kan je de loonkosten opvoeren. Dat geef je in de portal aan door bij kostentypes, ‘loonsubsidie’ aan te vinken.
Bij de overige activiteiten (C, D en E) kan je kiezen voor externe kosten, interne kosten en verletkosten. Je kan kiezen om één van de kosten op te voeren of allemaal. Dit is afhankelijk van wat je kan verantwoorden. Dit doe je door de gewenste kostentypes aan te vinken bij de registratie.
Nee, dit is niet mogelijk.
Bij online trainingen (geen E-learning) is het toegestaan dat een docent een presentielijst opstelt en bevestigd. De bevestiging kan door middel van vinkjes/kruisjes bij de namen van de deelnemers die wel of niet hebben deelgenomen. Het is hierbij van belang dat de docent duidelijk aangeeft dat het een online training betreft (door dit er bijvoorbeeld met pen bij te schrijven). De ondertekening door de docent moet binnen zeven dagen plaatsvinden. Ondertekening door de leidinggevende van de docent (bij interne docentkosten) moet binnen drie weken plaatsvinden.
Onder het kopje ‘Downloads’ in de portal staan diverse formats welke gebruikt kunnen worden. Ons advies is om hier gebruik van te maken.
Indien ervoor gekozen wordt om geen gebruik te maken van onze formats dan moet er wel voor gezorgd worden dat alle gegevens die wij vragen op onze formats terugkomen in je eigen document(en).
Als je een opleiding wilt opvoeren die niet voorkomt op de opleidingenlijst dan dien je eerst een traject aan te maken in de portal. Dit dient te gebeuren onder de juist activiteit en deze zal ingediend worden bij de AMR-commissie. Hoe je dat exact moet doen kun je lezen in de handleiding voor verantwoording (zie portal).
Als een traject is beoordeeld door de AMR-commissie dan staat er een groen vinkje in het vakje ‘AMR’.
Als een traject is afgekeurd kun je deze helaas niet meer opvoeren, want dat is het niet subsidiabel binnen SectorplanPlus en moeten de registraties onder dat traject op vervallen worden gezet. In dit geval staat er een rood kruisje in het vakje ‘AMR’. Staat er in plaats van een rood kruisje een halfgrijs vakje met ‘aanvullen’ als opmerking, dan kan je het traject aanpassen (doel en inhoud aanpassen).
De volgende projectdocumenten dienen geüpload te worden in de portal:
Er dient een recent KvK-uittreksel met SBI vermelding geüpload te worden in de portal. Dit dient een officieel KvK-uittreksel te zijn, een online versie ‘uittreksel inzien’ is ook akkoord.
Als projectdocument bij het eerste en tweede tijdvak dient de afgifte datum van het KvK-uittreksel 1-8-2017 of later te zijn, bij het derde tijdvak geldt een afgiftedatum van 1-8-2018 of later en bij het vierde tijdvak een afgiftedatum van 1-8-2019 of later.
Voor grote organisaties is het niet verplicht om een jaarrekening te uploaden. De zorginstelling dient de vraag ‘valt u onder de definitie grote onderneming’ dan met ja te beantwoorden.
Voor kleine en middelgrote organisaties is het verplicht om een jaarrekening te uploaden.
Als er geen jaarrekening wordt geüpload, dan word de zorginstelling gezien als een grote organisatie.
Indien er sprake is van een holding dan dient de jaarrekening van de holding geüpload te worden.
Dit verschilt per Tijdvak. Hieronder staat vermeld van welk jaar de jaarrekening geüpload moet worden in de portal.
Bij het uploaden van de jaarrekening dient de zorginstelling de tijdvakgegevens in te vullen (indien er sprake is van een kleine of middelgrote organisatie).
De grootte van de zorginstelling staat automatisch op ‘groot’. Hierdoor kan de zorginstelling de registratie gewoon indienen. Als de jaarrekening door het SSC beoordeeld is, dan zal automatisch het juiste subsidiebedrag in de portal komen te staan.
De btw-verklaring dient geüpload te worden als de zorginstelling ‘nee’ heeft ingevuld bij de btw-plichtigheid. Zonder btw-verklaring kan de btw niet worden opgevoerd.
Indien een zorginstelling gedeeltelijk btw-plichtig is, dan mag de zorginstelling zelf ‘ja’ of ‘nee’ aangeven in de portal. Indien er voor ‘nee’ gekozen wordt, moet er een btw-verklaring ingevuld worden.
Op de portal onder de downloads is een formaat te vinden voor de btw-verklaring, onder het kopje ‘Verantwoordingsformulieren’. Dit format dient volledig ingevuld en ondertekend te worden.
De btw-verklaring dient ondertekend te worden door een tekenbevoegd persoon conform het KvK-uittreksel.
De btw-verklaring kan ook ondertekend worden door een tekengemachtigde. In dit geval dient er een mandaatregeling toegevoegd te worden bij het KvK-uittreksel. In deze mandaatregeling moet de tekengemachtigde bij naam genoemd worden. Verder moet erin staan waarvoor de persoon is gemachtigd en de mandaatregeling dient voorzien te zijn van een naam en handtekening van de tekenbevoegde persoon conform het KvK-uittreksel.
Alleen een tekenbevoegd persoon (of personen) mag de projectovereenkomst ondertekenen. Dit wordt gecontroleerd aan de hand van het KvK-uittreksel (deze mag bij het uploaden niet ouder zijn dan 6 maanden).
Als een persoon getekend heeft die niet in het uittreksel staat, maar wel gemandateerd is, dan moet bij het uittreksel een bladzijde worden toegevoegd waaruit blijkt dat deze persoon bevoegd is dit soort overeenkomsten te tekenen. Hierbij kan je denken aan (een deel van de) statuten of een contract.
Indien een niet-tekenbevoegd persoon de projectovereenkomst heeft getekend, dan is de overeenkomst niet rechtsgeldig. Dit kan de subsidieaanvraag in gevaar brengen.
In eerste instantie is de arbeidsorganisatie verantwoordelijk voor de correcte ondertekening van de projectovereenkomst en het bijvoegen van de gewenste stukken ter controle. Een regionale projectleider voert een eerstelijns controle uit en het Shared Service Center voert een tweedelijns controle uit.
In de portal staat automatisch het filter aan, deze geeft een overzicht van dossiers die nog niet zijn ingediend. Deze zie je onder de filterbalk staan en kan je wegklikken door op het kruisje te klikken. Vervolgens krijg je een overzicht van alle registraties die opgevoerd zijn in de portal, ongeacht wat de status van het dossier is.
Door op ‘extra filter’ te klikken kan je het zoeken verfijnen. Zo kan je bijvoorbeeld op een bepaalde activiteit filteren of een registratiefase.
Bij activiteit C, D en E is het soms handig om bepaalde documenten zoals facturen en betaalbewijzen die betrekking hebben op meerdere deelnemers in de registratie te koppelen aan alle deelnemers of in ieder geval aan de deelnemers waar de documenten betrekking op hebben. Individuele documenten zoals loonstroken en deelnemersverklaringen mogen niet worden gekoppeld.
Het koppelen van een document aan meerdere deelnemers gaat als volgt:
Klik op het groene knopje ‘upload’. Bij ‘uploaden voor’ klik je op de naam van de deelnemer en zie je een drop down menu verschijnen. Hier staan alle namen van de deelnemers die in de registratie zijn opgevoerd. Geldt het document voor alle deelnemers dan klik je op ‘select all’. Geldt het voor enkele deelnemers in de registratie dan zet je een vinkje bij de naam van die deelnemers. Vervolgens kan je het gewenste document uploaden en zet je een vinkje bij ‘compleet voor alle deelnemers’. Vervolgens klik je op ‘opslaan’. Op deze manier hoef je een document maar één keer te uploaden en wordt het automatisch toegevoegd bij de geselecteerde deelnemers.
Hiervoor kunnen meerdere redenen zijn:
Een registratie kan je ook niet indienen als het traject nog niet is beoordeeld door de AMR-commissie.
Binnen SectorplanPlus worden enkel persoonsgegevens verwerkt die nodig zijn voor het verantwoorden en uitkeren van subsidie. In de praktijk betekent dit dat er persoonsgegevens verwerkt worden van:
Hierbij geldt dat nooit meer persoonsgegevens worden verwerkt dan noodzakelijk voor de subsidie.
Voor een compleet overzicht van welke persoonsgegevens binnen SectorplanPlus worden verwerkt verwijzen wij u naar onze een privacynotitie.
Het kan voorkomen dat je geen e-mail ontvangt wanneer je hebt aangegeven je wachtwoord te willen wijzigen. In dit geval vragen wij je te kijken in je map met ‘ongewenste e-mails/spam folder’. Het kan ook zo zijn dat het spamfilter de e-mail gelijk naar de verwijderede items heeft verplaatst. Controleer ook deze map.
Mocht je de e-mail niet kunnen traceren, neem dan contact op met het SSC (ssc@regioplus.nl).
Ga naar de inlogpagina van SectorplanPlus en klik op ‘Wachtwoord vergeten’. Let op: je nieuwe wachtwoord moet uit ten minste 8 aaneengesloten letters, één cijfer en één speciaal teken bestaan.
Klik links in het menu op ‘Accountgegevens’. Onder het kopje ‘Medewerkers’ klik je op de groene knop ‘NIEUW’’ om een nieuw contactpersoon toe te voegen.
Klik links in het menu op ‘Accountgegevens’. Onder het kopje ‘Medewerkers’ klik je op het potloodje om de contactgegevens te wijzigen.
Voor het wijzigen van het rekeningnummer kan het formulier ‘Formulier wijzigen rekeningnummer’ gebruikt worden. Dit formulier is te vinden onder het tabblad Downloads -> Overige.
Mogelijk voldoet je browser niet aan de minimale resolutie eisen. Voor optimaal gebruiksgemak adviseren wij het portaal te open in Google Chrome.
Stuur een e-mail met de schermafbeelding naar het SSC (ssc@regioplus.nl)
We raden aan om altijd pdf-documenten te gebruiken voor het uploaden. Het kan namelijk zo zijn dan andere bestandformaten niet goed ingelezen worden.
Dit is een alertmelding om je erop te attenderen dat de deelnemer al onder een andere registratie met hetzelfde traject is opgevoerd.